Hoe leven onze paarden?

In mijn visie kun je van paarden alleen dan verwachten dat ze met ons meewerken en meedenken, en op een neutrale manier ons gedrag weerspiegelen, als ze zelf in balans zijn. Dat klinkt voor de hand liggend, maar wordt helaas vaak over het hoofd gezien.
Om op een fijne manier met paarden te kunnen werken is het dus nodig om te kijken naar wat nu eigenlijk de werkelijke behoeften zijn van paarden. In de verzorging en huisvesting van onze paarden proberen wij optimaal aan deze behoeften tegemoet te komen, binnen de mogelijkheden die ons gegeven zijn.

Om erachter te komen wat belangrijke behoeftes van het paard zijn, kijken we naar hoe het door de evolutie gevormd is. Het moderne gebruikspaard staat, ondanks recente veranderingen door het gericht fokken op bepaalde kenmerken, nog zeer dicht bij zijn meest recente wilde voorouder. Vanuit de evolutie van de kleine Eohippus naar de moderne Equus Caballus is er een aantal kenmerken aan te duiden dat direct relevant is voor hoe paarden optimaal gehouden kunnen worden.

DSCF1547Zo is het paard een kuddedier, wat betekent dat sociaal contact met soortgenoten cruciaal is voor zijn mentale welbevinden. Het paard is verder van nature bijna 23 uur per dag wakker en in beweging; verplicht stilstaan betekent een grote aanslag op het bewegingsapparaat, de spijsvertering en de luchtwegen. En tot slot eet een paard van nature bijna 23 uur per dag vezelig, laag-calorisch ruwvoer. Krijgt het paard slechts op beperkte momenten te eten, en/of bevat het voer te weinig vezels en teveel suikers en zetmeel, dan komen het spijsverteringssysteem en daarmee ook de mentale toestand van het paard in de knel.

In de leefsituatie van onze paarden proberen we zoveel mogelijk aan de drie basisbehoeftes sociaal contact, vrije beweging en fourageren te voldoen.

  • Onze paarden verblijven daarom continu in hun kleine, stabiele kudde. Ze hebben ruimte genoeg om elkaar uit de weg te gaan, maar doordat de verhoudingen duidelijk zijn is dat zelden nodig.
  • Ze leven dag en nacht buiten, met voldoende schuilmogelijkheden om indien gewenst beschutting te zoeken, zoals een grote inloopstal.
  • En tot slot hebben ze vrijwel het gehele etmaal toegang tot ruwvoer, zoals gras en hooi.

Deze manier van houden, die zoveel mogelijk tegemoetkomt aan de fysieke en mentale behoeftes van de soort, was voor ons 13 jaar geleden best een omschakeling na een voorgeschiedenis van traditionele, individuele huisvesting bij pensionstallingen. Maar we kunnen nooit meer terug. We zien namelijk elke dag weer hoe onze paarden tot op heel hoge leeftijd gezond en gelukkig blijven. En het kost niet eens méér tijd en geld, zelfs minder!

Voor meer informatie over de evolutionaire achtergrond van het paard en de relevantie daarvan voor zijn dagelijks bestaan verwijs ik graag naar het boek ‘De aard van het paard’, waarin wetenschapsjournalist Stephen Budianksy dit op een toegankelijke wijze samenvat.